Category Archives: Encyclopedie

Mitochondrium

MitochondriaEen mitochondrium is een cel organel (cel onderdeel) dat een belangrijke rol speelt in de stofwisseling. In het mitochondrium (mv: mitochondria) wordt energie in de vorm van ATP aangemaakt met behulp van verschillende aerobe processen, namelijk de citroenzuurcyclus en de oxidatieve fosforylering. Het mitochondrium is de plek waar na bewerking vetten en koolhydraten geheel worden verbrand om energie voor het lichaam te genereren. Lactaat is een van de ‘afvalproducten’ dat verder in de mitochondria wordt gebruikt om ATP aan te maken.

Ruststofwisseling

De stofwisseling van het lichaam levert de noodzakelijke energie om het lichaam te bewegen. Daarnaast heeft het lichaam energie nodig in rust, wat bekend staat als de ruststofwisseling of rustmetabolisme. Dit wordt veroorzaakt doordat het lichaam constant aan het werk is om het inwendige milieu in stand te houden, wat ook bekend staat onder homeostase.

Visceraal vet

Visceraal vet ook wel bekend als buikvet is vetweefsel dat zich bevindt rondom de organen in de buikholte, waaronder rond de maag, darmen, lever en nieren. Het is anders van structuur dan onderhuids vetweefsel en intramusculair vet en produceert ook stoffen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem.

Muscle failure

Voor een optimaal trainingseffect is het noodzakelijk om de juiste belasting te kiezen die correspondeert met het gekozen trainingsdoel en waarmee dus het vooraf bepaalde aantal herhaling kan net kan worden gehaald.

Cortisol

Cortisol, ook wel bekend als het stress-hormoon, is een hormoon dat wordt geproduceerd door de bijnierschors en het speelt een belangrijke rol in de glucose stofwisseling. Omdat zenuwcellen alleen ATP kunnen genereren uit koolhydraten en glycogeen, stimuleert cortisol de omzetting van eiwitten naar koolhydraten wanneer het bloedglucose niveau laag en glycogeenvoorraden uitgeput raken. Dit resulteert in een verhoogde eiwitafbraak en het remt eiwit opbouw, omdat het spierweefsel afbreekt om koolhydraten te produceren.

Insuline

Insuline is een anabool hormoon wat verantwoordelijk is voor het transporteren van overtollig glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen. Bij een gezond persoon zal de hoeveelheid glucose in het bloed stijgen na een koolhydraatrijke maaltijd. Wanneer de bloedglucose hoog genoeg is, wordt insuline aangemaakt in de beta-cellen van de alvleesklier, wat de glucose naar daarvoor bestemde opslagplaatsen transporteert zoals de glycogeen voorraden in de spieren of lever of, wanneer deze volledig gevuld zijn, naar de vercellen in het vetweefsel. Insuline stimuleert ook eiwit transport de cel in en stimuleert dus hypertrofie. Daarnaast remt insuline het gebruik van vetzuren als brandstof, waardoor het lichaam sterker afhankelijk is van koolhydraten om energie te leveren.

Obesitas

Obesitas, ook wel vetzucht of adipositas genoemd, is een term die wordt gebruikt bij mensen met fors overgewicht door een teveel aan vetmassa. Er is sprake van obesitas wanneer men een Body Mass Index (BMI) van 30 of meer heeft. Wanneer men een BMI van 40 of meer heeft spreekt men van morbide obesitas.

Groeihormoon

Groeihormoon wordt aangemaakt in de voorste hypofysekwab en stimuleert celgroei, celdeling en regeneratie van weefsels. De voornaamste rol die groeihormoon speelt in het onvolgroeide lichaam is het stimuleren van groei in alle weefsels, zodat kinderen groter worden. Nadat het lichaam volgroeid is, speelt het een belangrijke rol in de regulatie van spierhypertrofie en wordt daardoor steeds vaker door atleten kunstmatig toegediend, een vorm van doping. Hypertrofie van de spiervezels onder invloed van groeihormoon vindt voornamelijk plaats doordat groeihormoon de productie van Insulin Like Growth Factor-1 (IGF-1) stimuleert, dat spieren stimuleert om te groeien.

Anaeroob systeem

Het anaërobe systeem bestaat uit de energiesystemen die ATP genereren zonder tussenkomst van zuurstof. Het anaërobe systeem zorgt voor ATP generatie wanneer de eerste voorraad van ATP uitgeput raakt totdat het aërobe systeem actief wordt en deze taak overneemt indien het snel genoeg energie kan leveren. De anaërobe systemen kunnen veel sneller ATP aanmaken dan de aërobe systemen en kunnen simpel gezegd ook sneller opgestart worden. Het nadeel van de anaërobe systemen is dat ze snel uitgeput kunnen raken indien de intensiteit van een oefening te hoog is. Bovendien zal er, wanneer de intensiteit van de inspanning te hoog is om het aërobe systeem de ATP te leveren, verzuring plaats vinden omdat er sneller H+ ionen vrijkomen bij de splitsing van ATP dan het aërobe systeem kan verwerken.

Aeroob systeem

Het aërobe systeem, ook wel het zuurstofsysteem genoemd (aeroob betekent dat een proces met behulp van zuurstof plaats vindt), is de belangrijkste bron van ATP tijdens rust en inspanning op lagere intensiteiten. Met behulp van dit systeem kan het lichaam ATP genereren uit voornamelijk koolhydraten en vetten. In het geval van langdurige training kunnen ook eiwitten worden gebruikt.

YouTube
YouTube
LinkedIn
Share
Instagram
WhatsApp