Geen afname loopefficiëntie bij oudere hardlopers

Hardlopers ouder dan 60 jaar zijn de snelst groeiende groep in deze tak van sport. Een nieuwe studie van de Universiteit van New Hampshire laat zien dat ze bovendien snel kunnen blijven tijdens het ouder worden.

De studie, gepubliceerd in the Journal of Strength and Conditioning Research vond dat de loopefficiëntie, hoe efficiënt het lichaam zuurstof op een bepaald tempo verbruikt, van oudere lopers niet verschilde van die van jongere hardlopers. “Het was nogal een verassing, maar op een goede manier” zegt hoofdauteur Timothy Quinn, assistent professor trainingswetenschappen op de Universiteit van New Hampshire.

Echter, over het algemeen zijn oudere lopers langzamer dan jongere lopers, wat de reden is dat er verschillende leeftijdscategorieën zijn tijdens wedstrijden. Quinn en zijn collega’s verklaren dat met het teruglopen van de maximale zuurstofopname en maximale hartfrequentie die normaal gesproken plaats vindt tijdens het ouder worden.

“Voor de lopers van 60 jaar en ouder is het fysiologisch gezien, moeilijker om op dezelfde snelheid te lopen als de jongeren, ondanks dat de absolute zuurstofopname  die noodzakelijk is om een bepaald tempo te rennen, ongeacht de leeftijd hetzelfde is.” zegt Quinn. Met andere woorden, het voelt zwaarder aan.

De onderzoekers keken naar mannelijke en vrouwelijke wedstrijdrenners die allemaal in de top 3 waren geëindigd in hun leeftijdscategorie. Ze werden ingedeeld 3 groepen, jong (18-39 jaar) master (40-59 jaar) en ouder (60+). Naast de loopefficiëntie keken de onderzoekers naar andere factoren, kracht, vermogen en lenigheid, die kunnen verklaren hoe de loopprestatie afneemt met de jaren.

De oudere lopers presteerden significant slechter op alle drie de waarden dan hun jongere collega’s, wat de oorzaak van het leeftijdsgerelateerde prestatieverlies hielp aanwijzen. Kracht, en met name kracht in het bovenlichaam, is noodzakelijk om de lopers heuvels op te stuwen en om de afzet krachtiger te maken. Vermogen, hoe snel de kracht wordt gegenereerd, bepaald de snelheid waarmee lopers hun loopsnelheid of richting kunnen veranderen of tegen een heuvel op kunnen rennen. En lenigheid, in deze studie gemeten met een sit-and-reach test om de flexibiliteit van de hamstrings en onderrug te meten is gerelateerd aan paslengte en stapfrequentie.

Deze bevindingen suggereren totaal niet dat oudere renners hun schoenen aan de wilgen moeten hangen zeggen de onderzoekers. “Kracht neemt af naarmate men ouder wordt, maar dat kan men minimaliseren met behulp van krachttraining. Er is niet veel voor nodig om kracht vast te houden” zegt Quinn. “Het is noodzakelijk om programma’s te ontwikkelen die kracht, en met name kracht en vermogen van het bovenlichaam, verbeteren. Ouderen die dit advies opvolgen zullen daardoor betere renners worden.”

Quinn, die veel onderzoek naar hardlopen, cardiovasculair functioneren en fitness gedurende zijn carrière van 2 decennia op de universiteit van New Hampshire hoopt dezelfde groep hardlopers te kunnen volgen en opnieuw te kunnen meten om zo een longitudinale studie op te starten die nieuw licht zal werpen op de loopprestaties van hardlopers tijdens het ouder worden.

Bron: Medical Xpress

Referenties:

-Quin, T.J., Manley, M.J., Aziz, J., Padham, J.L., MacKenzie, A.M. Aging and Factors Related to Running Economy. Journal of Strenght & Conditioning Research, 2011, 25,11, 2971-2979.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

YouTube
YouTube
LinkedIn
Share
Instagram
WhatsApp