Monthly Archives: augustus 2011

Hypertrofie

Hypertrofie is een termhypertofie die wordt gebruikt om de groei van een weefsel aan te duiden. In het fitnesscentrum wordt met hypertrofie meestal spierhypertrofie bedoeld. Spierhypertrofie als gevolg van training wordt voornamelijk veroorzaakt door het toenemen van de dwarsdoorsnede van de spiervezels waaruit de spier is opgebouwd. Deze toename is het gevolg van een toename in de netto eiwitsynthese in de spier.

Ouderen moeten vaker trainen dan jong volwassenen

Hoewel veel mensen het met het verstrijken van de jaren rustiger aan gaan doen dan vroeger, laat onderzoek van de University of Alabama zien dat ouderen meer moeten trainen om leeftijdsgerelateerde spierafbraak genaamd sarcopenie tegen te gaan.

In het onderzoek volgden 70 volwassenen een krachttrainingsprogramma gedurende 16 weken. Na deze periode volgden ze gedurende 32 weken een aftrainingsprogramma, of een van de twee onderhoudsprogramma’s. De onderhoudsprogramma’s waren  De proefpersonen werden onwillekeurig toegewezen aan een van deze programma’s. De trainingintensiteit van de twee onderhoudsprogramma’s was hetzelfde als in het trainingsprogramma in de eerste fase, echter verschilden ze de schema’s in volume (1/3e en 1/9e van het volume in het eerste programma) door een verminderd aantal sets per oefening en verminderd aantal trainingssessies per week. Aan het einde van de tweede fase werden de effecten op spiermassa, vrijwillige spierkracht en spiervezeltype onderzocht en de invloed van de leeftijd van de proefpersonen daarop.

Trainingsaanpassingen bij krachttraining

Trainingsaanpassingen bij krachttraining

Veel mensen voeren krachttraining uit om sterker te worden of om de spieren te laten groeien (hypertrofie). Het sterker worden en hypertrofie zijn beide reacties van het lichaam op de trainingsstimulus. Met andere woorden, het lichaam past zich aan de training aan. Echter niet elke adaptatie zal meteen plaatsvinden, zeker niet bij sporters die net starten met krachttraining.

Kan leucine helpen bij vetverbranding en spierweefsel helpen sparen tijdens training?

Onderzoek bij bergbeklimmers die de Mount Everest beklommen laat wederom zien dat het aminozuur leucine, dat voorkomt o.a. in voedingssupplementen, mensen kan helpen vet te verbranden en spierweefsel te behouden tijdens periodes waarin minder wordt gegeten, zoals klimmen op grote hoogte. Het was 1 van de twee studies die in Denver op de 242e National Meeting & Exposition of the American Chemical Society, naar het selecte groepje mannen en vrouwen die de hoogste top ter wereld hebben bedwongen.

In een pilot studie naar de haalbaarheid van klimmers te voorzien van supplementen met daarin het aminozuur leucine, bestudeerden de wetenschappers 10 klimmers gedurende 6-8 weken terwijl ze Mount Everest beklommen, die 8840m boven zeeniveau uittorent. Sinds Sir Edmund Hillary en Sherpa gids Tenzing Norgay de eerste mensen waren die de top hebben bereikt, hebben meer dan 2500 mensen de berg in het Himalaya gebergte beklommen. Duizenden anderen hebben het geprobeerd en faalden, waaronder 216 doden. De onderzoekers bestudeerden de fysiologische voordelen van het aan de voeding toevoegen van leucine om hen te helpen gezond te blijven.

Range of Motion

Range of motion (ROM) is een term waarmee het bewegingsbereik van een gewricht of spier wordt bedoeld. De ROM van een gewricht wordt door verschillende factoren bepaald, waaronder de opbouw van verbindende weefsels als pezen en gewrichtsbanden, activiteitsniveau, leeftijd, geslacht en natuurlijk de opbouw van het gewricht. Bij fitnesstraining is het belangrijk dat een zo groot mogelijk deel van de ROM van een gewricht met de oefening wordt gebruikt. Hierdoor is de training voor de betrokken spieren effectiever en behoudt of verbetert men de flexibiliteit van het gewricht. Een beperkte ROM kan goede sportprestaties in de weg staan en verhoogt ook de kans op het ontstaan van lichamelijke klachten.

Trainingsvolgorde: Conditie of krachttraining eerst?

Trainingsvolgorde: Conditie of krachttraining eerst?

Een veel gestelde vraag in de fitness is wat de beste volgorde is van training; eerst cardiotraining gevolgd door krachttraining of eerst krachttraining met cardiotraining om af te sluiten. Voor elk alternatief zijn op het eerste gezicht goede redenen te verzinnen waarom het het beste is om als eerste uit te voeren. In dit artikel volgt een overzicht van de voor- en nadelen van beide trainingsvolgordes.

Conditietraining beste optie om buikvet te verliezen

Volgens een nieuwe studie is aerobe training de beste optie om het gehate buikvet kwijt te raken.

In een onderzoek van de Duke University Medical Center werden verschillende trainingsmethoden onderzocht en met elkaar vergeleken hoe effectief ze waren wat betreft het laten verdwijnen van buikvet. Uit, aerobe conditietraining, krachttraining of een combinatie van deze trainingen, bleek dat aerobe conditietraining het meest effectief was om de meest schadelijke soort vet, namelijk buikvet, te laten verdwijnen.

Training kan als tweede medicijn dienen bij depressie

Training kan net zo effectief zijn als een tweede medicatie voor ongeveer de helft van patiënten met depressie waarvan de aandoening niet is genezen met een enkel antidepressivum.

Wetenschappers van het UT Southwestern Medical Center hebben recentelijk een onderzoek gepubliceerd in het Journal of Clinical Psychiatry, waarin ze rapporteren dat matige tot intensieve training net zo goed werken als een tweede antidepressivum, wat vaak wordt toegepast als de eerste medicatie niet aanslaat. Het type training dat de patiënt nodig heeft is echter afhankelijk van verschillende eigenschappen van de patiënt, waaronder het geslacht.

Kracht-Snelheid Relatie

De hoeveelheid kracht die een sarcomeer kan leveren is, buiten de relatieve lengte waarop de sarcomeren op dat moment functioneren, afhankelijk van hoe snel de sarcomeer moet samentrekken. Het kost immers tijd om cross-bridges te vormen en kracht te leveren, dus als de filamenten een grotere snelheid hebben kunnen er minder myosinekopjes tegelijkertijd aanhechten en is de totale kracht dus lager.

Kracht-Lengte Relatie

De hoeveelheid kracht die een sarcomeer en dus ook een spier kan leveren is onder andere sterk afhankelijk van de lengte van de sarcomeer waarop deze kracht moet leveren. Dit wordt veroorzaakt door de mate waarin de actine en myosine filamenten elkaar overlappen op een bepaalde lengte. Hoe groter het aantal myosinekopjes dat kan aanhechten aan een actine filament, hoe groter de kracht is die geleverd kan worden.

Echter als de sarcomeer sterk verkort, kan het voorkomen dat tegenoverliggende actine filamenten met elkaar in aanraking komen en over elkaar heen schuiven. Hierdoor kunnen er minder crossbridges gevormd worden tussen de actine en myosine filamenten en neemt de kracht af.

In de figuur is te zien dat een sarcomeer kracht opbouwt naarmate de sarcomeerlengte toeneemt tot een piek, waarna de kracht weer afneemt vanwege de afname in overlappend oppervlak van de filamenten.

Grafiek van de kracht-lengte relatie

Referenties:

-Wilmore, J.H., Costill, D.L., Kenney, W.L. (2008). Structure and function of exercising muscle. Physiology of Sport and Exercise Fourth Edition. USA Human Kinetics.