De rol van training, auto’s en televisies op het risico op een hartaanval
Een internationale studie laat zien dat fysieke activiteit tijdens werk en training in de vrije tijd resulteert in een significant lager risico op hartaanvallen in zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden. Het eigendom van een auto en een televisie was echter gerelateerd aan een hoger risico op een hartaanval, vooral in landen met een laag of gemiddeld inkomen.
De bevindingen van het INTERHEART onderzoek, een case control studie van 29.000 proefpersonen getest in 262 verschillende centra uit 52 landen uit Azië, Europa, het midden Oosten, Afrika, Australie en Noord en Zuid Amerika. De studie wordt gepubliceerd in het European Heart Journal.
“Tot nu toe hebben weinig studies gekeken naar verschillende aspecten van fysieke activiteit op het werk en thuis en het verband met hartaanvallen.” zegt professor Claes Held, eerste auteur van de studie. “Veel is al bekend over het verband tussen fysieke activiteit en verminderd risico op hart- en vaatziekten, maar deze studie voegt daaraan een globaal perspectief toe. Deze studie laat zien dat milde tot matige activiteit tijdens werk of vrije tijd het risico verminderd op een hartaanval, onafhankelijk van traditionele risicofactoren bij mannen en vrouwen van alle leeftijden, in vrijwel alle regio’s van de wereld. Zware fysieke arbeid beschermde daarentegen niet tegen een hartaanval.
“Deze gegevens laten het belang van fysieke actviteit zien. Daarnaast blijkt dat het bezit van een auto of televisie, welke een inactieve leefstijl promoten, onafhankelijk het risico op een hartaanval juist vergroten.”
Professor Dr. Held assistent professor van het Uppsala Clinical Research Center en de afdeling cardiologie, van het Uppsala University Hospital, Zweden en zijn collega’s uit Canada en de VS vergeleken de werk- en vrijetijdsgewoontes van 10.043 mensen die hun eerste hartaanval hadden overleefd, met de gegevens van 14.217 gezonde mensen als controle groep. Ze vroegen de deelnemers of hun werk sedentair was, op 1 verdieping lopen, ook veel heuvelop/traplopen bevatte, er zwaar getild moest worden of zware fysieke arbeid verricht moest worden. Om training en fysieke activiteit tijdens vrije tijd vast te stellen konden de deelnemers kiezen uit, sedentair (zittende activiteiten, zoals lezen of tv kijken), milde inspanning (lopen, vissen en yoga), matige inspanning (stevig wandelen, fietsen of tuinieren een paar uur per week) of uitputtende training (zoals rennen, voetbal of zwemmen). Daarnaast werd gevraagd naar bezit van auto, motorfiets, stereo, TV, computer, land of vee.
Er bleek dat een groter deel van de laag-inkomen landen, sedentair werk had en minder fysieke activiteit in de vrije tijd ondernemen, dan in midden en hoog inkomen landen. “Deze verschillen in fysieke activiteit waren vooral te zien in vrije tijd activiteiten.” zeggen de auteurs. “Dit wordt deels verklaard door verschillen in opleiding en andere sociaaleconomische factoren. Daarnaast kan het ook door verschillen in cultuur en klimaat worden veroorzaakt. Mensen in tropische regio’s trainen over het algemeen minder in hun vrije tij dan in de gebieden met een meer gematigd klimaat.”
De auteurs concluderen dat het aan te raden is om dagelijks matige fysieke training uit te voeren om hart- en vaatziekten te voorkomen. Professor Held voegt er aan toe: “De gegevens hebben implicaties voor het dagelijks leven. Een suggestie voor de laag inkomen landen om meer betrokken te zijn bij het stimuleren van fysieke activiteit als hun maatschappijen steeds meer fysiek werkbesparende apparaten in gebruik nemen, om de inactiviteit die hierdoor ontstaat tegen te gaan. Maar het is eigenlijk voor de hele wereld belangrijk om meer te bewegen.”
Bron: Science Daily