Kan leucine helpen bij vetverbranding en spierweefsel helpen sparen tijdens training?

Onderzoek bij bergbeklimmers die de Mount Everest beklommen laat wederom zien dat het aminozuur leucine, dat voorkomt o.a. in voedingssupplementen, mensen kan helpen vet te verbranden en spierweefsel te behouden tijdens periodes waarin minder wordt gegeten, zoals klimmen op grote hoogte. Het was 1 van de twee studies die in Denver op de 242e National Meeting & Exposition of the American Chemical Society, naar het selecte groepje mannen en vrouwen die de hoogste top ter wereld hebben bedwongen.

In een pilot studie naar de haalbaarheid van klimmers te voorzien van supplementen met daarin het aminozuur leucine, bestudeerden de wetenschappers 10 klimmers gedurende 6-8 weken terwijl ze Mount Everest beklommen, die 8840m boven zeeniveau uittorent. Sinds Sir Edmund Hillary en Sherpa gids Tenzing Norgay de eerste mensen waren die de top hebben bereikt, hebben meer dan 2500 mensen de berg in het Himalaya gebergte beklommen. Duizenden anderen hebben het geprobeerd en faalden, waaronder 216 doden. De onderzoekers bestudeerden de fysiologische voordelen van het aan de voeding toevoegen van leucine om hen te helpen gezond te blijven.

Dr. Wayne Askew en co-onderzoeker, Dr. Stacie Wing-Gaia, die de studie leidde, legt uit dat extreme weersomstandigheden, lage zuurstofniveaus, verradelijk terrein en intensieve inspanning tijdens zulke beklimmingen zorgen voor een grote uitdaging wat betreft voeding. Terwijl miljoenen mensen in de VS en andere landen de grootste moeite hebben met gewichtsverlies, is dit een van de problemen waar klimmers mee te maken hebben. Ze kunnen vaak niet genoeg eten om hun lichamen te voeden met belangrijke voedingsstoffen. Ze verliezen zowel vet als spierweefsel tijdens een zware tocht, wat hun kracht en coördinatie in gevaar brengt. Op grote hoogtes vindt verlies van vet en spiermassa niet alleen plaats tijdens klimmen, maar ook in rust.

“Een belangrijk gegeven is dat dit verlies in massa vooral bestaat uit verlies aan spiermassa” zegt Askew. “Dit kan een probleem worden op langere expedities op grote hoogtes, want hoe langer de klimmers daar zijn en hoe hoger ze gaan, hoe zwakker ze worden. Het lichaam breekt de spiermassa af voor energie, maar hierdoor hebben ze minder kracht om de berg op te gaan.

“We wisten al dat leucine kan helpen om mensen, die een erg streng dieet volgden met daarin weinig calorieën, de zogenaamde ‘calorie-beperkte dieten’, gezond te houden op zeeniveau,” zegt Askew. “Het is een van de bouwstenen van eiwitten. Maar niemand heeft getest of leucine ook mensen op grote hoogtes gezond en sterk kan houden, dus hebben we het toegevoegd aan voedingsrepen die we de klimmers meegaven.”

Askew heeft niet de Mount Everest beklommen, maar een paar collega’s in z’n onderzoeksteam, Dr. Wing-Gaia en Dr. Rodway gingen naar het base camp en noteerden de lichaamssamenstelling van de expeditieleden. Ze zijn nu nog de data aan het bekijken of de klimmers die de voedingsreep met leucine aten, meer spiermassa behielden dan de klimmers die geen leucinesupplement kregen. Een opvallende bevinding was dat het voedingsmiddel waarin het supplement werd aangeboden erg belangrijk was. De klimmers hadden moeite om drie voedingsrepen met leucine erin per dag te eten. Omdat dit nog een pilot studie was om de haalbaarheid te onderzoeken, wordt er nu een smakelijker voedingssupplement ontwikkeld zodat er een beter gecontroleerde studie opgezet kan worden.

Askew wijst erop dat deze bevindingen ook kunnen helpen bij mensen op lagere hoogtes die gewicht willen verliezen en tegelijkertijd hun vetvrije massa willen behouden, of voor ouderen die niet genoeg eten of trainen om hun kracht te behouden.

In de andere studie naar klimmers op de Mount Everest, beschreef Dr. John Finley de effecten van medium-chain triglycerides in koekjes en warme chocolademelk in combinatie met aspirine.

“We probeerden het prestatievermogen van de klimmers te verbeteren door ze medium-chain triglycerides te geven, vet waarvan we dachten dat ze dat sneller konden verteren en zo snel aan energie konden komen,” zegt Finley van de Louisiana State University.

Op grote hoogtes, is de luchtdruk laag en er is minder zuurstof beschikbaar voor ademhaling. In reactie hierop maakt het lichaam meer rode bloedlichaampjes aan om zuurstof te vervoeren in het bloed. Dit verdikt het bloed echter, waardoor het hart en de longen harder moeten werken, wat het risico op bloedpropjes vergroot. Daarom liet Finley de klimmers ook aspirine innemen, waarvan bekend is dat het het bloed verdunt en de risico’s op een hartaanval of beroerte vermindert.

Finley ging zelf mee op de toch en verzamelde urine- en ontlasting monsters. De klimmers die medium-chain triglycerides kregen, verloren minder gewicht en presteerden beter dan anderen op de expeditie. De gegevens suggereren ook dat vetten niet goed worden geabsorbeerd op grote hoogtes, wanneer het lichaam veel gewicht verliest, waarschijnlijk omdat er te weinig gal wordt geproduceerd door de lever om de vetten op te lossen.

Finley heeft geen plannen om de medium-chain triglyceride koekjes op de markt te brengen, maar adviseert mensen die naar locaties op grote hoogte gaan om met hun artsen te praten over het dagelijks innemen van aspirine.

Bron: Science Daily

Referentie: American Chemical Society (2011, August 28). Research from Everest: Can leucine help burn fat and spare muscle tissue during exercise?