Vetpercentage meten: laat die weegschaal maar zitten

vetpercentage meten

Meer dan de helft van de Nederlanders heeft momenteel overgewicht of obesitas, wat de kans op chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en diabetes type 2 verhoogt. Veel mensen richten zich op BMI als maatstaf voor gezondheid, maar zoals ik eerder schreef, is de BMI ongeschikt om uitspraken te doen over de gezondheid en vertelt weinig over je werkelijke lichaamssamenstelling of je gezondheidsrisico’s. Het vetpercentage zegt meer over je gezondheid maar hoe kan je het beste je vetpercentage meten en zit er verschil tussen de methodes?

Veel mensen vertrouwen tegenwoordig op de populaire vetpercentage-weegschalen met bio-elektrische impedantieanalyse (BIA) om hun vetpercentage te meten. Deze meetmethode werkt door een zwakke elektrische stroom door je lichaam te sturen en de weerstand van die stroom te meten; spiermassa geleidt goed (lage weerstand) terwijl vetmassa dit minder goed doet (hoge weerstand). Hoewel BIA laagdrempelig is, kent deze methode ook flinke beperkingen. Je hydratatiestatus kan de metingen namelijk sterk beïnvloeden. Als je net een zware training achter de rug hebt of juist veel vocht hebt vastgehouden, zal je vetpercentage schommelen – zelfs zonder dat je daadwerkelijk lichaamsvet hebt verloren of gewonnen. Bovendien kan er een afwijking van 7-8% zitten tussen het gemeten vetpercentage en daadwerkelijke vetpercentage. Je kan beter naar iemand kijken en een inschatting maken van een vetpercentage dan BIA gebruiken.

Vetpercentage meten: zijn er betere alternatieven?

  1. DEXA-scan:
    DEXA, of Dual-Energy X-ray Absorptiometry, wordt in de medische wereld vaak gezien als een gouden standaard voor nauwkeurige lichaamssamenstelling. Een DEXA-scan kan onderscheid maken tussen vetmassa, vetvrije massa en botmassa en biedt een betrouwbare meting, mits je elke keer onder dezelfde omstandigheden wordt gemeten. De kosten kunnen echter hoog oplopen, waardoor het niet voor iedereen toegankelijk is.
  2. Huidplooimeting:
    Bij een huidplooimeting gebruik je een tang om de dikte van een huidplooi te meten op meerdere plekken, zoals de buik, rug, biceps en triceps. Dit geeft een vrij betrouwbare indicatie van veranderingen in onderhuids vet en is consistent als de metingen op dezelfde plek en onder dezelfde omstandigheden worden gedaan. Ook hier kan het gemeten vetpercentage wat afwijken van het echte vetpercentage, maar het kan wel een duidelijk beeld geven van de veranderingen in vetmassa op verschillende plekken.
  3. Middelomvang:
    Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge middelomvang een sterke voorspeller kan zijn voor gezondheidsrisico’s. Het geeft een goede indicatie van de hoeveelheid visceraal vet, ofwel buikvet dat rond organen zit. Dit verhoogt het risico op stofwisselingsstoornissen en hart- en vaatziekten. Het is een eenvoudige meting die goed weergeeft of je te veel vet op de verkeerde plek hebt. Bovendien is kost het bijna niets en is het volledig veilig.

Wat kun je zelf het beste doen?

In plaats van je blind staren op al deze verschillende manieren van vetpercentage meten, is het beter om je te concentreren op een duurzame, gezonde leefstijl. Combineer training, gezonde voeding en voldoende slaap in plaats van puur op afvallen te richten. Traditionele diëten zorgen vaak voor een verlies van spiermassa, wat weer kan leiden tot een lagere stofwisseling en een verhoogd risico op het jojo-effect. Door op spierbehoud te focussen, bescherm je niet alleen je lichaam, maar verlaag je ook het risico op terugval. Bovendien is het veel beter voor je gezondheid.

Als je dit proces leuk vindt of leuk maakt, des te beter! Mijn ervaring is dat je het alleen op lange termijn volhoudt als je het leuk vindt. Dan is het goed mogelijk om duurzame gezondheidsverbeteringen te behouden. Richt je dus op sterker en fitter worden. Vind een plek waar je graag heen gaat om te trainen. Waar je je thuis voelt. Je zal aan je broekriem alleen al merken dat je lichaamssamenstelling beter wordt. Als je daarnaast fitter en sterker wordt zal je je nog beter voelen. En wat voor vetpercentage getalletje er dan aan je hangt is niet zo spannend. Gezond zijn en je gezond voelen is zoals de bekende reclame zegt: priceless. Geniet van het proces en have fun!

Referenties

-Voordouw R.R. Linkedin 2024 Linkedin.

-Van Der Ploeg, G. E., Withers, R. T., & Laforgia, J. (2003). Percent body fat via DEXA: comparison with a four-compartment model. Journal of applied physiology (Bethesda, Md. : 1985), 94(2), 499–506.

-Ritz, P., Sallé, A., Audran, M., & Rohmer, V. (2007). Comparison of different methods to assess body composition of weight loss in obese and diabetic patients. Diabetes research and clinical practice, 77(3), 405–411.

-van Marken Lichtenbelt, W. D., Hartgens, F., Vollaard, N. B., Ebbing, S., & Kuipers, H. (2004). Body composition changes in bodybuilders: a method comparison. Medicine and science in sports and exercise, 36(3), 490–497.

-Tinsley, G. M., Morales, E., Forsse, J. S., & Grandjean, P. W. (2017). Impact of Acute Dietary Manipulations on DXA and BIA Body Composition Estimates. Medicine and science in sports and exercise, 49(4), 823–832.

-Nana, A., Slater, G. J., Hopkins, W. G., & Burke, L. M. (2012). Effects of daily activities on dual-energy X-ray absorptiometry measurements of body composition in active people. Medicine and science in sports and exercise, 44(1), 180–189.